Flipping insecten
 
(Advertentie)
Meesterbaan.nl
Met een paar klikken de leukste onderwijsvacatures in je mail!
(Advertentie)

Kun jij alle woorden in deze legwoord-puzzel invullen?

 

Antwoordblad

Insecten zijn geleedpotige, ongewervelde dieren. Geleedpotige dieren hebben de mooie Latijnse naam: Arthropoda.
Insecten zijn met bijna een miljoen
beschreven soorten verreweg de grootste en meest soortenrijke groep onder alle dieren op aarde.
En dan zijn er ook mogelijk enkele miljoenen soorten nog niet eens ontdekt.


Veel insecten maken tijdens hun leven verschillende stadia door. Ze beginnen als een eitje. Daaruit komt een rupsje, dat eet tot het een dikke rups is geworden. Dan wordt de rups een pop. Uit de pop komt het volwassen insect. Op het plaatje zie je de stadia van een vlinder.
Het tijdverloop tussen de verschillende stadia is wisselend: van een paar dagen, weken of maanden, tot wel een jaar!!


Sommige insecten hebben stevige kaken. Ze kunnen daarmee prooidiertjes goed grijpen, fijnknijpen en fijnkauwen. Vooral veel keversoorten hebben vaak kaken.


(Advertentie)

Er zijn dagvlinders en nachtvlinders. Van de nachtvlinders heb je er veel meer dan dagvlinders. Vlinders gebruiken hun lange roltong om de nectar uit bloemen te halen. Vlinders proeven met hun poten. Zo weten ze op welke bloem ze zitten. Vlinders leggen hun eitjes op speciale planten, die ook het voedsel geven voor de kleine rupsjes. Die planten noem je waardplanten.


Lieveheersbeestjes zijn makkelijk te herkennen insecten. De meeste mensen denken direct aan het rode kevertje met zijn zwarte stippen. Maar er zijn heel veel soorten, met verschillende kleuren en een verschillend aantal stippen. Lieveheersbeestjes zijn dol op bladluizen.


Kevers behoren ook tot de insecten.
Ze hebben alleen niet 2 paar vleugels, maar 1 paar vleugels en 1 paar stevige dekschilden.
In Nederland en België komen ongeveer 4200 soorten kevers voor, waaronder veel waterkevers zoals de geelgerande watertor en het schrijvertje.
Bekende landkevers zijn het lieveheersbeestje en de meikever.


Een sprinkhaan is meestal groen en hoort bij de familie van de kortsprieten. Met zijn sterke achterpoten kan een sprinkhaan enorme sprongen maken. Als een sprinkhaan geluid wil maken, wrijft hij zijn achterpoten langs een vleugel. Sprinkhanen kunnen in grote zwermen in een korte tijd hele akkerbouwgebieden kaalvreten en zo zorgen voor hongersnood.


Meesterbaan.nl
Met een paar klikken de leukste onderwijsvacatures in je mail!
(Advertentie)

Wespen kunnen prachtige nesten bouwen. Met hun kaken knagen ze houtvezels van een hek of boom. De vezels worden fijngekauwd en met speeksel vermengd. Wanneer het is opgedroogd is het net karton. Als een wesp in het nauw zit, gaat hij steken, anders niet. Aan het eind van de zomer zijn ze vaak irritant als ze op de zoete drankjes en ander voedsel in de tuin of terras afkomen.


(Advertentie)

Download de woordzoeker, kruiswoordpuzzel of andere puzzel van deze Flipping-pagina.
De afbeeldingen die je op deze Flipping-pagina ziet, kun je omdraaien door erop te klikken.
In de tekst kom je woorden tegen, die je ook kunt vinden in de puzzel die je gedownload hebt. Bij een woordzoeker lees je een zin als je alle woorden hebt ingevuld.
Voor je juf of meester is er ook een antwoordblad 


Wanneer en hoe de insecten precies zijn ontstaan is niet bekend. De oudste gevonden fossielen van insecten zijn ongeveer 350-400 miljoen jaar oud. Maar wetenschappers denken dat insecten nog verder terug gaan in de tijd. 
Op de foto zie je een insect in barnsteen (versteende hars).


Veel insecten hebben grote, samengestelde ogen. Die noem je 'facet-ogen'.
Ze bestaan uit enkele tientallen tot tienduizenden kleine 'ontvangertjes' van licht. Naast elkaar vormen ze een soort bol. Hierdoor kan een insect niet alleen recht vooruit kijken, zoals mensen, maar bijna helemaal rondom zich heen (360 graden).


Niet alle insecten kunnen steken. Alleen bijen, wespen en mieren. Een insectensteek is niet hetzelfde als een insectenbeet. Een insect steekt met zijn angel.
Op de foto zie je de angel van een wesp. Hij kan er meerdere malen mee steken. Maar als een bij je steekt, gaat hij zelf dood. Aan zijn angel zitten weerhaakjes en die blijven (samen met een deel van zijn achterlijf) in je vel steken als je de bij wegslaat.


Bijen zijn vooral bekend om de honing die ze maken. Ze leven met duizenden in een nest. Zo’n groep bijen noem je een volk. De werksters maken raten van was, waar de honing in wordt verzameld. In andere raten legt de koningin de eitjes. Eitjes en larven worden ook door de werksters verzorgd. Bijen zijn erg belangrijk bij de bestuiving van planten en (vrucht)bomen.


Insecten leggen eitjes, waaruit rupsjes komen. Soms komen er geen rupsen uit, maar larven, of maden. Larven hebben geen pootjes. De larven eten zich vol en gaan zich dan verpoppen. Rupsen vervellen meestal een paar keer, voordat ze zich verpoppen.


Een hommel kun je zien als een grote, dikbehaarde bij. Ze zijn ook familie van elkaar. Hommels kunnen goed tegen wat kouder weer. In het voorjaar zie je vaak dikke koninginnen, die op zoek zijn naar een geschikte nestplaats. In Nederland leefden ooit 29 soorten hommels. Daarvan zijn er al acht verdwenen! En de meeste soorten die er nog wel zijn, doen het helaas steeds slechter.


Een krekel lijkt heel veel op een sprinkhaan. Hij is alleen vaak bruin of zwart van kleur en niet groen. Hij heeft krachtige achterpoten, maar springt daar niet echt mee. De sprieten op zijn kop zijn langer dan zijn lichaam.
Het geluid van een krekel komt doordat hij zijn vleugels langs elkaar wrijft.


Als een wandelende tak stil zit, moet je wel heel goed kijken, om hem te kunnen ontdekken. Hij valt niet op in zijn omgeving. Dat heet camouflage. In Nederland en België komen in het wild geen wandelende takken voor. Je kunt ze thuis wel in een terrarium houden. Zorg wel dat ze er niet uit kunnen, anders heb je geheid thuis de poppen aan het dansen!


(Advertentie)
Mijn schooltijd 2017-2025
Hét afscheidscadeau voor groep 8!
(Advertentie)

Insecten allemaal hetzelfde (handige) bouwplan: ze hebben een kop, een borststuk en een achterlijf, zes poten (3 paar) en meestal twee paar vleugels.
Rondom het lichaam hebben ze een goede bescherming: het exoskelet.

Met deze lichaamsbouw kunnen insecten enorm veel: zwemmen, klimmen, vliegen, springen, graven en lopen.


Alle insecten hebben 2 antennes op hun kop. Hiermee kunnen ze verschillende dingen doen: ruiken, proeven, voelen, horen. Natuurlijk niet alles tegelijk! Antennes zijn vaak behaard. Soms zien ze eruit als dunne sprieten (zie foto), maar bij bijvoorbeeld nachtvlinders zien ze eruit als een soort veren. Ze kunnen er kilometers ver mee ruiken.


Een insectensteek (met angel) is niet hetzelfde als een insectenbeet (met steeksnuit). Het meest bekende voorbeeld is de mug. Alleen de vrouwtjes steken. Hierbij laten ze een stofje achter in de huid, waardoor het bloed beter blijft stromen. Maar waarvan je wel die irritante, jeukende bulten krijgt.
Maar er zijn ook steekvliegen, zoals de daas  die ook wel steekvlieg of paardenvlieg wordt genoemd.


Vliegen en muggen horen samen tot de tweevleugelige insecten.
Er zijn van vliegen en muggen al meer dan 160.000 soorten bekend. Uit de eitjes van vliegen komen maden. De zwarte huisvlieg ken je vast wel. Hij gaat vaak op voedsel zitten. Er zijn ook vliegen die heel gemeen kunnen steken: dazen.


Mieren leven in een kolonie van honderden tot miljoenen exemplaren. Ze bouwen nesten, meestal in de grond, holle bomen of rotsspleten. Je vindt ze in het bos en in de tuin (vaak onder tegels). Ze kunnen dan ook voor overlast zorgen. Mieren kunnen ook venijnig bijten, zoals de rode bosmier. Zo'n mierenkolonie is goed georganiseerd. Mieren komen over de hele wereld voor.


Veel mensen vinden muggen de irritantste insecten die er zijn. Het zoemende geluid dat de vleugels maken en je uit je slaap houden. De irritante, jeukende bulten na het steken door zwangere muggen-vrouwtjes. In tropische gebieden verspreiden muggen op grote schaal vaak dodelijke ziekten, zoals malaria.


Libellen zijn er over de hele wereld in bijna 6000 soorten. Ze hebben een heel lang lichaam en 2 grote facet-ogen.
Libellen moeten goed bewegingen kunnen zien, want ze vliegen hard en moeten dus snel kunnen uitwijken. Elk oog heeft tussen de 10.000 en 50.000 facetjes.


Een wandelend blad is een insect dat zo gebouwd is, dat het niet opvalt tussen de planten waar het leeft, net als de wandelende takken. Het wandelend blad heeft een uitstekende camouflage.
In Nederland en België komen er geen wandelende bladeren voor.